16.3.07

Specifieke voorbereiding op Omloop Het Volk en de Ronde Van Vlaanderen
Trainen in Vlaanderen doe ik op de fietspaden. Dat is geen sinecure. Doorgaans zijn er twee soorten fietspaden: de verwaaloosde en die met ambitie.
De verwaarloosde bestaan uit scheefgezakte betonplaten die aan de kanten afbrokkelen en uit putten met onkruid en slijk. Een helm is een abslute aanrader: soms stoot je je aan ovehangende takken: goede duwoefeningen voor in het peloton. Het fietspad wordt van de rijbaan gescheiden door een ondiepe greppel die net diep genoeg is om je banden te verpletteren als je er gewoon doorrijdt: springen is de boodschap. Dat is soms nodig wanneer je aan de uitrit van een veld stuit op een gigantische modderpartij: sommige tractors rijden op het fietspad kwetsie van het autoverkeer niet te hinderen.
De fietspaden met ambitie werden recentelijk aangelegd: ze zijn mooi van kleur en ze bestaan uit klinkers. Anciens onder die fietspaden promoveren tot kasseistroken: klinkers zakken weg, waardoor putten ontstaan. De overgang tussen rijbaan de fietspad gebeurt zelden geleidelijk: er moet over richels gesprongen worden. De mindere techneuten remmen en stoppen.
Beide soorten fietspaden hebben twee dingen gemeen: ze liggen vol glas en andere scherpe voorwerpen: ideaal om banden te leren wisselen. Auto's uit privéopritten en dwarsliggende banen stoppen óp het fietspad en niet vóór het fietspad. Ze hebben mij nog maar één maal te pakken gekregen: ik ben allert.
Van kasseistroken ben ik niet bang. Ik ben erger gewend.

Geen opmerkingen: